Aankomst Kota Inten te Rotterdam (#2)

Eerste vertrek

20 februari 1951

Eerste aankomst

Rotterdam, 21 maart 1951

Tweede vertrek

25 mei 1951

Tweede aankomst

Rotterdam, 21 juni 1951

De Kota Inten was gebouwd in 1927 door de werf Fijenoord in Rotterdam in opdracht van de Rotterdamsche Lloyd als vrachtschip voor de route Rotterdam-Indië.

Ze had als vrachtvaarder een passagiersaccommodatie voor 28 personen. Maar de boot werd door middel van provisorische tussendekken ook regelmatig ingericht voor het vervoer van groepen pelgrims van en naar Mekka. En dan nam de passagierscapaciteit toe tot zo’n 1.800 personen.

Na de val van Nederlands-Indië in 1942 viel de Kota Inten in Azië in handen van de Britten, die haar als vrachtschip benutten. Maar nog in datzelfde jaar werd zij overgedaan aan de Amerikaanse overheid.

In september 1943 werd de boot te New York ingericht als troepentransportschip, met capaciteit voor zo’n 1.750 manschappen. De Kota Inten was gedurende de verdere Tweede Wereldoorlog actief in de Stille Oceaan. Daarbij overleefde ze te Io Shima (een eilandje bij Japan) een kamikazeactie van een Japanse piloot.

Begin 1946 werd de Kota Inten door de Amerikanen aan de Rotterdamse eigenaar teruggegeven. Nu ging de boot voor de Nederlandse overheid militairen naar en van Indonesië vervoeren. Maar ook werd zij wel ingezet als emigrantenboot naar Canada, en voor repatriëring van Nederlanders uit Indonesië.

Gedenkwaardig was haar tocht naar Ambon, waar ze op 14 mei 1950 ruim 230 Nederlanders en enkele Amerikaanse zendelingsgezinnen ophaalde. Deze evacuatie vond plaats aan de vooravond van de aanval van Indonesië op de Republik Maluku Selatan (RMS).

Als enige schip werd de Kota Inten tot twee keer toe ingezet bij de overbrenging in 1951 van Molukse militairen en hun gezinnen van Java naar Nederland. Hierna is de Kota Inten in 1951 weer tot vrachtschip ingericht. Als zodanig heeft zij nog een aantal jaren voor haar Rotterdamse eigenaar gevaren. In 1957 is zij in Hong Kong voor de sloop aangekomen.