In memoriam: Elie Masela 1948-2025
Eli Masela 1948-2025 was pionier op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met de Molukken. Een man met een scherp analytische geest, soms wat technocratisch, maar bovenal gedreven door betrokkenheid en bezorgdheid over de armoede op de Molukken.
In 1980 werd hij actief lid van de stichting Rela ‘69. Later gevolgd bij de Stichting TitanE. 45 jaar onbezoldigd vrijwilliger.
Voor hem bestond geen dorps- of eilandnationalisme; zijn focus lag op waar hulp het meest nodig was, niet op waar een project geplaatst werd.
In de jaren tachtig behoorde hij tot de vooruitstrevende groep die zich inzette voor drinkwateroplossingen op zonne-energie. Duurzaamheid? Hij was zijn tijd ver vooruit. Hij ontwierp het zonneproject voor Buano, dorpen die toen verstoken waren van elektriciteit. Hij zag het al lang voordat de rest van de wereld wakker werd: bomen planten is de sleutel tot het redden van onze planeet. En hij begon op Ambon. Terwijl klimaatverandering voor de Molukse gemeenschap nog een ver-van-mijn-bedshow was, wist hij bestuurders en inwoners te overtuigen van de noodzaak van herbebossing op Gunung Nona.
Zijn droom werd werkelijkheid, tot de Kerusuhan alles veranderde. Duizenden ontheemden hadden een dak boven hun hoofd nodig en een groot deel van de nieuw aangeplante bossen moest wijken voor woningbouw. Wat ooit een hoogtepunt was, werd een bittere deceptie. Voor die bestuurlijke keuze had hij weinig begrip. De aarde opofferen voor herhuisvesting? Dat was voor hem ondenkbaar.
Zijn precieze en gestructureerde werkwijze riep gemengde reacties op. Sommigen vonden hem een Pietje Precies, anderen waardeerden juist zijn doordachte aanpak. Zijn kracht lag in het kritisch bevragen. Door scherpe analyses wist hij inzichtelijk te maken waar de sterke en zwakke punten van een project lagen. Hij schuwde het debat niet en stond pal voor zijn idealen. In een tijd waarin ontwikkelingsprojecten werden afgekeurd vanwege het Suharto-regime, wist hij zich krachtig te verdedigen. Zijn standpunt was helder: “Daarmee help je het volk niet.”
Ook binnen de Molukse gemeenschap, met name vanuit RMS-kringen, kreeg hij kritiek. Hoe kon hij zich bezighouden met ontwikkelingsprojecten? Dat was toch de taak van de regering? Zijn antwoord was even simpel als doordringend: “Wat is jullie alternatief? Zeg dan wat beter is om de armoede te bestrijden.”
Naast zijn werk kende hij momenten van stilte, momenten van diepe reflectie.
Het gemis van zijn zuster – van wie hij lange tijd niet wist dat zij bestond – liet een diepe indruk op hem na. Zij mocht van de kolonisator niet mee naar Nederland; een onrecht dat hem altijd heeft achtervolgd. Toen hij haar uiteindelijk vond, nam hij de verantwoordelijkheid op zich en deed hij alles om haar te steunen.
Ondanks zijn indrukwekkende kennis en expertise heeft hij nooit gepronkt met zijn titel van ingenieur in natuur-, wis- en scheikunde. Zijn bescheidenheid en nederigheid waren kenmerkend voor wie hij was.
Met zijn heengaan verliezen we een pionier in de ontwikkelingssamenwerking. Zijn nalatenschap blijft voortleven in de projecten en de mensen die hij heeft geïnspireerd.
Bestuur van de Stichting TitanE.